Vilsteren NU
Een middagje meelopen onder leiding van de directeur-rentmeester Hugo Vernhout is iedereen aan te raden. Uitgedost in een zwierige jagersregenjas met hoedje voert hij je optisch terug in de tijd terwijl hij precies vertelt wat de nieuwsgierige bezoeker van nu weten wil. Waar zie je nog een landschap met zoveel verschillende ecosystemen? Hoe is dit ondulerende landschap ontstaan? Is het bij windkracht 4 nog wel veilig om rond te wandelen onder tweehonderd jaar oude beuken waar in het voorjaar het licht zoveel schakeringen aan het groen en bruin van net ontloken bladeren aanbrengt? Waar vind je een verdieping in het landschap dat doet denken aan een meertje waarin Rododendrons ronddrijven? Bekomen van dit fata morgana en weer met beide benen op de grond op het uitzichtpunt staande, blijkt dat die planten in die vochtige diepe kom dicht bij een zijtak van de Vecht in de schaduw van hoge bomen juist op hun ideale plek staan. Hoe komt het dat het theehuisje met zijn halfronde witte achterkant en uitzicht over de es, molen, kerk en landhuis bijna graffitiloos is? De schoolkinderen onderhouden het zelf. Hoe komen al die verhoogde uitzichtpunten in het landgoed? Ieder punt heeft zijn eigen verhaal.
Abraham en Louise zullen daar ook genoten hebben. In hun tijd stond niet exact deze, maar wel een voorganger van de huidige, kluizenaarshut er al. In hun tijd werd door de dorpsbewoners daar rond kerstmis nog geen levende kerststal opgevoerd. Dat doen ze nu met verve, met een aan een kabel door de lucht zwevende engel, een -voor de bezoekers uit- zich mysterieus over de grond voortbewegende ster, met herders en schapen die de bezoekers leiden naar de kluizenaarshut waar een pasgeboren Vilsterense baby met zijn of haar trotse vader en moeder warm worden gehouden door de adem van de tegenwoordig het moeilijkst verkrijgbare onderdeel van deze levende kerststal, de os en de ezel want dan wreekt zich de agrarische regelgeving uit de 21e eeuw. Hoe koud moet het daar zijn omstreeks Kerst in deze tochtige hut van gevlochten takken?
Abraham en Louise kwamen ieder jaar terug naar Vilsteren. De aantrekkingskracht van deze plek is na bijna tweehonderd jaar nog steeds groot, en eigentijds. Dat laatste is het knapste.