jan 292010
 

Deel 4 loopt van 1801 tot Abrahams dood in 1836 ver weg in het Overijsselse Vilsteren.

Na een paar jaren nog vanuit Didam als advocaat werkzaam te zijn geweest verhuisden Abraham en Louise met hun zoontje Frans Xaveer naar ‘s-Heerenberg. Daar was Abrahams neef Jan de Both de centrale figuur, een ‘kribbelig persoon’, een schier onaantastbaar bestuurder die het in het Departement van de Rijn ver had gebracht. Abraham sleepte hem keer op keer voor de rechter. De processen die hij voerde en altijd won geven inzicht in de toen heersende moraal, het langzame verval van de ideeën van de Bataafsche Republiek en het leven in dit kleine stadje.

Gezicht op 's-Heerenberg, 18e eeuw

Gezicht op 's-Heerenberg, 18e eeuw

In de geschriften die Abrahams zoon Frans Xaveer naliet wordt aangegeven dat Abraham het Verbeterhuis, een particulier huis waarin men gefortuneerde mensen tegen hun wil en op eigen kosten opsloot, maar net ontkomen was. Heeft Abraham in een Beterhuis gezeten? Het lijkt onwaarschijnlijk. Louise en hij leefden de laatste jaren van hun leven in Elten. Waarom hij uiteindelijk in het verre Vilsteren stierf kon jaren lang niet worden opgelost. Dit bleek toch een verklaarbare oorzaak te hebben.