aug 042012
 

Op deze stralende 10e mei keken zij vanaf een uitzichtpunt op hun ‘bergje’ vanuit de bosjes met verbazing naar de eindeloze stroom binnentrekkende troepen, legerkeukens, Rode Kruiswagen, kanonnen met soms ertussenin een rijtuig met belangrijke mannetjes met hoerapetten en een scharminkelig paard ervoor. Een optocht die vijf uur duurde. Daarna volgde dagen en nachten van veraf kanongebulder en onzekerheid over het verloop van de oorlog maar ook over wie nog te vertrouwen was omdat er bekenden waren die plotseling openlijk met de Duitsers heulden. Op de 5e dag, toen Holland tot Hitlerís grote ergernis en gezichtsverlies nog steeds weerstand bood, werden de Hollanders op de knieën gedwongen door het koudbloedige bombardement van Rotterdam. Het regeringsadvies bij een inval van de Duitsers alle flessen wijn kapot te slaan, the wine bottle smashing scene, hadden ze gelukkig eerst vergeten en daarna wijselijk naast zich neer gelegd. Zaken met (Engelse) humor bekijken vergat zij evenmin.

In Oostenrijk waren de Duitsers met bloemen ontvangen, in Polen met kogels en in Nederland door ze te negeren. Restaurants en concertzalen waar “hoge petten” binnentraden werden door de Nederlanders subiet verlaten totdat dit zelfs verboden werd. Ze moesten wennen aan verduistering en schaarste aan werkelijk alles, haar grootste zorg vijf jaren lang. Het luchtruim boven hun huis was vanaf het begin van de oorlog bedreigend. In de eerste maand kwam de vuurdoop al toen er een bom viel in de wei tegenover hun huis en Mel, haar man, vanuit zijn uitzichtspunt voor het raam bedolven onder de gordijnen inclusief de roeden, achterover op het bed werd gesmeten, een situatie waaruit hij zich maar moeilijk bevrijdde. Het huis stond er gelukkig nog. Dat hebben ze de komende vijf jaren vaak gedacht want op het platteland kwam het grootste levensgevaar uit de lucht. Een niet al te strenge winter volgde. Het jaar 1940 zat erop. Nog even volhouden. Zo lang zou het immers niet duren.